Wat betekent hoge breedte

Breedtegraden drukken we uit in graden van 0 tot 90 graden. => Onthouden: Hoge breedte. 1 Op hoge breedte is het koud, dus ver naar het noorden en het zuiden ten opzichten van de evenaar. Bron: 2. 3. 2 Er is geen precieze definitie waar nu die grens ligt maar algemeen genomen ligt de hoge breedtegraad rond de 60ste magnetische breedtegraad en hoger; de. 3 De geografische breedte zijn de graden op de aarde (Nederland ligt op 52 graden breedte) zijn hogere temperaturen dan richting de polen (hoge breedte). 4 Hoge breedte. De aarde is een bol. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, vallen de zonnestralen heel schuin op het aardoppervlak. Schuine zonnestralen geven minder warmte en loodrechte. Dat komt doordat ze een groter oppervlak moeten verwarmen dan loodrechte stralen. 5 De breedtegraad of latitude [1] is samen met de lengtegraad een geografische positieaanduiding. De breedtegraad geeft de noord-zuidpositie aan ten opzichte van de evenaar. De breedtegraad wordt ook wel kortweg breedte genoemd, vooral in samenstellingen. 6 1) •afmeting loodrecht op de hoogte of de lengte. (2) afstand van de ene zijkant tot de andere vb: wat is de breedte van deze gang? (3) Let op: Spell. 7 Breedtegraden drukken we uit in graden van 0 tot 90 graden. => Onthouden: Hoge breedte = dichtbij de Noord/Zuidpool (90 graden) = koud. Lage breedte = dichtbij de evenaar (0 graden) = warm. 8 breedte - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde)afmeting loodrecht op de hoogte of de lengte ♢ Als je de lengte en de breedte van een kamer weet kun je de oppervlakte berekenen. 2. (astronomie) (aardrijkskunde)de langs een meridiaan gemeten afstand in booggraden, vanaf de evenaar totaan een punt. 9 De lengte en breedte van een rechthoek. De breedte is de kleinste van de twee afmetingen van een min of meer rechthoekig tweedimensionaal object, van een driedimensionaal object is de kleinste afmeting in het horizontale vlak de breedte. Breedte is ook de verkorte weergave van noorder- of zuiderbreedte. wat is een invalshoek 10 Lage breedte is dat een plaats dicht bij de evenaar ligt (dus minder dan 30 graden noorder en zuider breedte). En hoge breedte is dat een plaats ver van de evenaar ligt (dus meer dan 60 graden noorder en zuider breedte.). 11 hoge breedte en lage breedte 12